Strooi in maart of april per 100 vierkante meter 4 tot 5 kg korrelmest, waarin stikstof, fosfor en kali zit en herhaal dit éénmaal in de zes weken met een lichtere dosering van 1 tot 2 kg per 100 vierkante meter. Alleen stikstof-kunstmest is dan al voldoende. Gebruikt u langzaamwerkende gazonmeststoffen, dan hoeft u slechts in het vroege voorjaar en in de zomer te strooien. Als u kunstmest heeft gestrooid, niet op het gras lopen om verbranding te voorkomen. Na een regenbui of besproeiing is dit gevaar geweken.

Maai uw gazon niet te kort en maai vooral regelmatig. Veel gazons worden te kort gemaaid en daardoor zien ze er minder fraai uit dan het geval kan zijn wanneer u een maaihoogte van 3 à 4 centimeter (maaimachine op de hoogste stand) aanhoudt.U moet minstens één maal per week achter de maaier. Vang het gemaaide gras op in een grasvanger of hark het af. Dat voorkomt de groei en verspreiding van schimmels en onkruiden.

Om in een goede conditie te blijven heeft uw gazon water nodig. Bij droogte 1 of 2 maal per week ’s avonds sproeien. Is uw tuin droogte-gevoelig (denk aan grondsoorten als zandgrond) is het aan te raden naar eigen inzicht iets vaker te sproeien.Wanneer u sproeit, doe het dan enige uren achtereen. Dat is veel beter voor uw gazon dan vaak en weinig sproeien.

Wanneer u jarenlang over het gras loopt, wordt de bovenlaag zeer vast en krijgen de wortels een tekort aan zuurstof. Uw gazon leeft ervan op wanneer u met een mestvork of handprikker op 10 centimeter afstand en minstens 10 centimeter diep gaatjes prikt.Regelmatig doorluchten van het gazon gaat mosgroei tegen. Eén à tweemaal per jaar met een verticuteerhark uitkammen is goed voor uw gazon.